Spelgegevens
Naam spel | Captain Cool |
Spelbedenker | Zoltán Aczél en Péter Árvai |
Uitgever | Heidelberger Spielverlag en |
GemKlub | |
Jaar van uitgave | 2010 |
2-7 | 8+ | 45-90 minuten |
30 | bluf en strategie kaartspel |
Inleiding
In de haven kroegen gaat het er ruig aan toe. Loche figuren proberen bij Captain Cool en zijn bende in aanmerking te komen om deel te worden van zijn bende die de lucratieve zwarte markt in de haven domineert. Daarvoor is het zaak niet alleen je mannetje te staan, maar op z’n tijd ook waar nodig ook zeer gehaaid te werk te gaan.
De eerste indruk
Leuke doos en leuk artwork. Hoewel alles van behoorlijke kwaliteit lijkt is de inhoud van de doos een beetje karig. Een stapel kaarten (negenennegentig stuks), een zakje houten meeples (zeven kleuren x zes stuks) en zeven bijbehorende telstenen, een speelbord waarop de kaarten en de meeples worden geplaatst tijdens het spel, en natuurlijk de handleidingen, een in het Duits en een in het Engels. Beide handleidingen zijn lastig om te lezen / begrijpen, ondanks dat de tekst maar vier kantjes beslaat.
De voorbereiding
Elke speler krijgt een eigen setje kaarten waarmee deze kan aangeven waarop een meeple ingezet wordt (zeven kaarten) en een bijbehorend setje meeples in de eigen speelkleur. De vijftig ‘gansterkaarten’ worden op kleur gesorteerd en volgens een vast patroon komen er dan acht op het speelbord te liggen. Twee in elke hoek, waarvoor de spelers gaan ‘strijden’ in de eerste fase van elke speelronde. Tien kaarten worden rondgedeeld aan de spelers, en de overgebleven kaarten komen op de midden cirkel op het speelbord. De middencirkel is waar het om draait in de derde fase van elke speelronde.
Spelverloop
Elk van de vijf speelronden bestaat uit drie fasen. In de eerste fase spelen alle spelers steeds blind een kaart die aangeeft waar ze een meeple willen inzetten. Net zo lang tot alle meeples zijn ingezet (ingezette kaarten mag je steeds terugpakken). De tweede fase is het verdelen van de kaarten op de hoekpunten van het speelbord aan de hand van de daar behaalde meeplemeerderheden of, eerste keus is één kaart voor de winnaar en de resterende kaart voor de tweede. Maar – en dat is de twist in de spelregels – bij een gelijkstand om de eerste plaats gaan beide kaarten steeds naar degene die, weliswaar bij de meerderheid is betrokken maar, het verste achter staat op het score spoor (bij meerderheid om de tweede plaats slecht één kaart). Dit maakt het tactisch inzetten en inschatten waarop de anderen in zullen gaan zetten tot het lastigste, willekeurigste en van geluk afhankelijkste element van het spel. Wie geen kaartjes wint krijgt een paar punten als vergoeding voor elke ingezette meeple. Wie een kaart krijgt scoort de daarop aangegeven punten. In de derde fase moeten de verworven kaarten zoveel mogelijk worden ingezet op de middencirkel. Daarbij zijn weer bonuspunten te scoren voor het leggen van ‘straatjes’, maar ook voor het hebben van de meerderheid aan meeples bij een bepaalde gangster in de middencirkel. Ook hier geld weer de uitzondering dat punten worden gescoord door degene die het laagst op het scorespoor staat als ze bij de meerderheid is betrokken.
Tips en opmerkingen
De ’twist’ in de regels maakt dat je steeds meer kans krijgt kaarten te winnen naarmate je verder achterop raakt. Spelers voorop op het score spoor mogen weliswaar eerder kaarten in de middencirkel leggen dan ‘achterblijvers’ maar vroeg of laat zijn zij door hun kaarten heen en maakt je als achterblijver vaak een klapper die alles in één keer weer gelijk trekt. Niet te vroeg wanhopen dus als je wat achter blijft op het score spoor. De ‘geavanceerde’ regels geven extra mogelijkheden tijdens fase één, namelijk het in bepaalde gevallen mogen vervangen, verplaatsen of van plaats wisselen van reeds geplaatste meeples. Dat maakt het weer een stuk tactischer.
Oordeel recencent
De ’twist’ maakt dat achterblijvers vaak op het einde toch weer inlopen of zelfs voorbij sprinten, maar ik vraag me af of die regel bedoeld is als weldoordacht spelelement of als een soort ‘Eurogame’ regel om ervoor te zorgen dat tot het einde iedereen mee doet voor de winst. Lastiger is het onvoorspelbare bij dit soort spelletjes en daarmee de geluksfactor. Hoewel de geavanceerde regels dit een klein beetje goed proberen te maken. De inhoud van de doos zal maar weinigen al op het eerste gezicht echt enthousiast maken ondanks het aardige artwork. Maar het feit dat het zo kort duurt (die 90 minuten zijn erg overdreven), snel uit te leggen valt (al zal het dan meestal wel slechts bij de basisregels blijven) en iedereen voortdurend bij het spelverloop betrokken blijft, maakt het toch een aardige opvulling voor tussendoor.