Spelgegevens
Naam spel | Funfair |
Spelbedenker | Joel Finch |
Vormgeving | Lina Cossette, David Forest |
Uitgever | Good Games Publishing |
Jaar van uitgave | 2021 |
2-4 | 14+ |
41 | 60 minuten |
Draften, Contracten | Spelregels |
2021 Kanga Game of the Year Winner 2021 Kanga Best Gameplay Finalist 2021 Board Game Quest Awards Best Card Game Nominee |
Inleiding
Funfair is een bordspel waarin je je eigen pretpark bouwt. Het doel? De mooiste en succesvolste attracties creëren om zo veel mogelijk bezoekers te trekken en flink wat geld te verdienen. In het spel bouw je achtbanen, carrousels, eettentjes en spookhuizen, en kun je ze upgraden met thema’s of extra functies. Je kunt ook personeel inhuren voor speciale voordelen, of waarmee je kunt proberen om doelen te halen voor extra overwinningspunten of geld.
De eerste indruk
Het spel ziet er fleurig uit en het materiaal is stevig. De marker voor de verschillende fases per ronde is een achtbaankarretje van plastic en ziet er erg leuk uit.
De voorbereiding
Plaats het spelbord in het midden van de tafel. Dit bord heeft plekken voor de parkkaarten, blauwdrukken, stadskaarten en de onderscheiding. De fasemarker in de vorm van een achtbaankarretje komt aan het begin van het fasespoor te staan. Elke speler krijgt een toegangspoort, een speciale grote attractie – een showcase -, dertig geld en vijf parkkaarten. De rest van de parkkaarten komen op het bord te liggen en er worden er zes open gedraaid; dit vormt de markt. De blauwdrukken worden geschud en vormen een trekstapel. De stadskaarten worden geschud. Twee kaarten worden dicht op het bord gelegd, daar bovenop komt de kaart met de aankondiging dat de blauwdrukken binnenkort niet meer beschikbaar zijn, en daar weer bovenop nog vier stadskaarten. De rest van de stadskaarten gaat terug in de doos. Als laatste wordt er een onderscheidingskaart blind getrokken en op het speelbord gelegd.
Spelverloop
Het spel verloopt in vier fases:
1. Stadskaart omdraaien
Stadskaarten zijn gebeurteniskaarten. Er staat op welke voorwaarden er voor alle spelers voor de komende ronde zijn. Zo kan het zijn dat iedereen een extra parkkaart mag trekken, of blauwdrukken krijgt, etc.
2. Parkfase
Er zijn drie parkfases. Zodra je de speciale attractie hebt gebouwd, krijg je nog een vierde parkfase. Om de beurt voeren de spelers de eerste parkfase uit, daarna iedereen de tweede, etc.
Je kunt in elke parkfase kiezen uit één van de volgende acties:
- bouwen
Je bouwt een nieuwe attractie of een uitbreiding van een bestaande, of je huurt personeel in. De kosten daarvoor staan op de kaart aangegeven. Je mag maximaal vijf attracties in je park hebben. Op de meeste kaarten staan ook sterren. Die sterren zijn aan het eind van het spel overwinningspunten waard, en tijdens het spel krijg je er aan het eind van de ronde geld voor.
Een uitbreiding met dezelfde naam mag je niet vaker dan één keer in een attractie bouwen. Dus geen twee airco’s in dezelfde attractie bijvoorbeeld.
- kaarten pakken
Of je pakt een kaart uit de markt en neemt die op hand. Daar zijn geen kosten aan verbonden. De markt wordt meteen weer aangevuld.
Of je trekt twee kaarten van het blauwdrukkendek. Als je aan de condities op deze kaart aan het eind van het spel hebt voldaan, dan krijg je daar voor overwinningspunten. Je hebt gemakkelijke, die weinig punten opleveren, en moeilijke, die veel punten opleveren.
Of je legt een kaart uit je hand af, trekt vijf parkkaarten en kiest er eentje om te houden. De rest gaat naar de aflegstapel.
- rondslingerend geld oppakken
Je pakt net zoveel geld op als dat je attracties heb. Heb je bijvoorbeeld vier attracties gebouwd, dan krijg je vier geld.
- afbreken
Je mag een attracties ook afbreken, mocht dat bijvoorbeeld nodig zijn om een blauwdruk af te ronden.
3. Gastenfase
Je telt het aantal sterren in je park en neemt dat aantal geld. Als je tien sterren hebt, dan krijg je dus tien geld.
Controleer of je personeel nog iets extra’s aan geld oplevert.
Mocht je je speciale attractie nog niet gebouwd hebben, dan helpen investeerders je. Leg vijf geld op de speciale attractie. Dat geld mag alleen worden gebruikt voor die showcase, en die kost twintig geld.
4. Opruimfase
Alle kaarten worden uit de markt verwijderd, en er komen zes nieuwe te liggen.
Als je meer dan vijf kaarten op hand hebt, moet je afleggen totdat je er maximaal vijf hebt.
De startpion gaat naar de volgende speler.
Aan het begin van ronde vijf wordt de stapel blauwdrukken gesloten; je mag nu geen blauwdrukken meer pakken.
Het spel eindigt als alle stadskaarten zijn gespeeld en dat zijn dus zes rondes. Dan volgt de puntentelling. Hoe meer je attractie is uitgebouwd, hoe meer punten je er voor krijgt. Zo is bijvoorbeeld een attractie met vier iconen zestien punten waard. Eentje met één icoon slechts vijf. De blauwdrukken worden ook bekeken en de punten daarvan worden hierbij opgeteld. Aan elke blauwdruk waaraan je niet hebt kunnen voldoen kost je tien overwinningspunten. Sommige medewerkers leveren aan het eind van het spel ook punten op. Als laatste wordt gekeken naar wie aan de onderscheiding voldoet, en die krijgt ook nog punten. En elke twee geld die je over hebt, levert ook nog een punt op.
Tips en opmerkingen
Funfair is de familieversie van pretparkspel Unfair, de gemenere versie van dit spel. In dat spel kun je het park van je tegenstanders saboteren. Op de website van de uitgever kun je gratis de PDF’s van alle kaarten downloaden om te printen.
Oordeel recensent
Funfair is een vlot familiespel, dat met zowel twee, drie of vier spelers uitstekend speelt. Met een speelduur van vijftien minuten per persoon komt het hier makkelijk op tafel. De leeftijd ip de doos is 14+. Dat vind ik nogal aan de hoge kant. Zelf zou ik daar 10+ van maken. Ik denk dat die hoge leeftijdsgrens eerder voor het grotere gemene broertje Unfair geldt. Unfair is wat uitgebreider, heeft een hoog ’take that’ gehalte en heeft een langere speelduur.
Foto’s: Léan
a3hopi