Spelgegevens
| Naam spel | Strasbourg |
| Spelbedenker | Stefan Feld |
| Vormgeving | Alexander Jung |
| Uitgever | Pegasus Spiele |
 3-5 |
 12+ |
 60 minuten |
 32 |
 Biedspel |
|
De eerste indruk
Erg mooi uitgevoerd, al het materiaal is van stevig karton. De doos nodigt uit om het spel te spelen. Eenmaal dat het bord open op tafel ligt; is het nog niet meteen duidelijk wat met wat te maken heeft, maar eenmaal dat je de duidelijke regels gelezen hebt, kan je zo beginnen met spelen.
De voorbereiding
Het spelbord komt in het midden op tafel te liggen. Linksonder op het bord komen de vijf biedsporen te liggen, de volgorde kan dus elk spel weer anders zijn. De losse tegels worden per soort naast het bord gelegd. Elke speler krijgt vierentwintig biedkaarten, geld en een set mannetjes, samen met een scherm om alles achter te bewaren. Daarnaast krijgt elke speler nog vijf opdrachtkaartjes, van deze moet elke speler er minstens één houden. Deze zorgen voor extra punten op het einde van het spel. Het spel verloopt in vijf identieke rondes. Na de vijfde ronde volgt er nog een eindtelling.
Spelverloop
Zoals eerder gezegd, verloopt het spel over vijf identieke rondes. Elke speler heeft een set van vierentwintig biedkaarten met een waarde van één tot en met zes. Met deze stapel kaarten moet je het hele spel toekomen. Hierdoor kan je niet bij elke bieding mee doen, want per ronde zijn er zeven biedmomenten.
Een spelronde begint door het nemen van biedkaarten en deze te verdelen in stapeltjes. Dit doe je door telkens één kaart te nemen en te bekijken. Als je wilt kan je dan nog een volgende kaart nemen. Je kan zelf stoppen wanneer je wilt, dus je bepaalt zelf het aantal kaarten. Met deze handkaarten maak je nu voor jezelf stapeltjes. Elk stapeltje kaarten kan je tijdens deze ronde slechts één keer inzetten. Als alle spelers dit gedaan hebben voor deze ronde kan het bieden beginnen.
Het eerste waarop geboden kan worden is voor de ‘adel’ en ‘kerk’. Beginnend met de startspeler kan iedereen beslissen of hij al dan niet mee doet en welk van zijn stapeltjes hij daar voor inzet. Een bod wordt open gedaan zodat alle spelers kunnen zien wat er geboden is. De winnaar van het bod mag één van zijn mannetjes op het wapenschild van de adel zetten in de gilderaad, bovenaan het spelbord. De speler met het op één na hoogste bod mag een mannetje op het wapenschild van de kerk zetten. Mocht daar al een mannetje staan, gaat deze terug naar de speler van wie deze was. De speler met het hoogste bod, word de nieuwe startbieder. Wat deze twee voor functie hebben, komt later aan bod.
Biedmomenten twee, vier en zes verlopen identiek aan elkaar. Nu wordt er geboden op de gilden. Er zijn vijf verschillende gilden en per ronde komen er maar drie aan bod. Het bieden verloop gelijk aan het bieden zoals hierboven beschreven. De winnaar van het bod, mag een van zijn mannetjes op het bijbehorende wapenschild zetten. Daarnaast krijgt hij een fiche van deze gilde, waarde één tot en met vijf, en mag hij met een mannetje op een huis van die gilde gaan staan. Aan dit laatste zijn kosten verbonden van nul tot en met vijf goudstukken. De speler met het op één na hoogste bod krijgt een fiche en mag op een huisje van die gilde gaan staan. De speler met het op twee na hoogste bod krijgt de keuze uit een fiche of op een huis gaan staan.
Biedmomenten drie en vijf zijn ook weer gelijk aan elkaar. Ook nu verloopt het bieden weer hetzelfde. Enkel de speler met het hoogste bod mag zijn fiches die verkregen zijn omzetten in geld. De waarde op het fiche is de waarde aan goud. Dit is ook de enige manier om aan geld te komen. Biedmoment zeven is gelijk aan drie en vijf, met dat verschil dat de winnaar van het bod ook nog een plaatsje krijgt met een mannetjes bij de gilderaad.
Na deze zeven biedmomenten, mag de speler die bij de kerk staat een bisschop op het bord zetten, dit gebeurd waar ook de gildehuisjes staan. De speler die bij de adel staat mag daarna een huisje leggen op een van de vrije plaatsen. Aan het einde van de ronde krijgt elke speler één punt voor elk mannetje dat in de gilderaad zit. De speler met de meeste leden in de gilderaad krijgt ook nog een privilege, dit kan later in het spel ingezet worden om als laatste een bod uit te mogen brengen.
Na de vijf rondes volgt er een eindtelling. Per mannetje op een huisje krijg je één punt, als er mannetje naast extra huisjes staan, gezet door de adel, of naast een bisschop, gezet door de kerk, krijgt hij daar ook nog extra punten voor. Daarnaast krijg je nog (min)punten voor je opdrachten. De speler met de meeste punten wint.
Tips en opmerkingen
Let op met het nemen van de opdrachten. Een geslaagde opdracht levert punten op, maar als je een opdracht niet hebt gehaald, krijg je drie minpunten. Met de opdrachten kan je ook geluk hebben omdat deze soms op elkaar lijken, of met elkaar verband hebben.
Doordat niet alle gilden elke ronde mee doen, moet je hier op tijd op inspelen. Zowel voor de punten op het einde van de ronde als voor je opdrachten.
Oordeel recensent
Strasbourg is een erg leuk biedspel, maar het is meer dan bieden alleen. Je moet rekening houden dat je eigenlijk maar op de helft kan bieden en daar moet je dan het beste van maken. Ook het inzetten van de mannetjes op de gildehuizen kan heel tactisch gedaan worden. Doordat de grote punten op het einde verdeeld worden, weet je dus niet tijdens het spel hoe iedereen er voor staat. Ik heb het spel nu met vier en vijf spelers gespeeld. Door het met vijf spelers te spelen is er duidelijk meer concurrentie en moet veel meer op je hoede zijn. De opdrachten zijn niet altijd even duidelijk, maar het overzicht dat er bij zit, en via internet ook in het Nederlands te vinden, is er geen enkel probleem.
