Rob ziet Abraham
Als er iets interessants op tafel komt, laat ik zo nu en dan mijn gezicht zien bij Spelgroep BOD, een historische miniaturen vereniging in Utrecht. Daar heb ik kennis mogen maken met Fire and Fury, een klassieke brigade-level 15mm spelsysteem voor historische en fictieve veldslagen tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Één van de leden van BOD – Rob Walrecht – is onlangs 50 jaar geworden. Nogmaals … gefeliciteerd Rob! Voor hem was dat aanleiding om in een schoolgebouw in Amersfoort een ‘feestslag’ te organiseren. En ik ben uitgenodigd! Ik heb mijn koffer gepakt en de benodigde miniatuurtjes ingeladen. Op naar Amersfoort om deel te nemen aan één van de meest dramatische veldslagen uit die oorlog: de Slag bij Fredericksburg.
Fire and Fury
Misschien dat ik Fire and Fury in de toekomst in een apart artikel nader zal behandelen, maar in het kort komt het hierop neer. De basiseenheid in dit spelsysteem is een brigade, die gemiddeld bestaan uit zo’n 8 tot 12 stands. Dit is afhankelijk van de historische grootte. Elke beurt moet men brigade voor brigade activeren, middels een tienzijdige dobbelsteenworp. Afhankelijk van de worp mag men de brigade volledig, niet of half bewegen. Naarmate de brigade meer verliezen lijdt of disordered raakt, wordt het moeilijker de mannen te porren voor een frontale aanval. De brigades kun je breed of diep opstellen, over de weg bewegen, laten vuren of met de bajonet een charge laten uitvoeren.
Er bestaat ook een Napoleontische afgeleide van dit spelsysteem, genaamd Age of Eagles. En waarschijnlijk dit jaar nog komen de makers van de originele Fire and Fury uit met Regimental Fire and Fury, waarmee onder andere de kleinschalige veldslagen van de Amerikaanse Revolutie gespeeld kunnen worden. Voor mij is dat iets om naar uit te kijken.
Een nadeel van Fire and Fury is, dat je voor de grote beroemde veldslagen – en wie wil ze niet spelen! – ontzettend veel figuren nodig hebt. De groep als zodanig – bijna iedereen speelde met eigen miniaturen – heeft meer dan voldoende figuren in huis. Maar omdat de Slag bij Fredericksburg een nogal grote slag is en dus een langdurige aangelegenheid, is downscalen de oplossing. De huidige tafel van 4 bij 2 meter is een derde van wat je eigenlijk nodig zou hebben. Historische divisies worden dan brigades en historische corpsen worden dan divisies. Als het landschap nog een beetje klopt is dat allesbehalve storend en kun je gewoon leuk spelen, zonder dat het spelsysteem en de historie wezenlijk aangetast is. De terechte kritiek van de zuidelijke bevelhebber was wel, dat eigenlijk ook de afstanden waarover de artillerie konden vuren ook gedownscaled hadden moeten worden. De Zuidelijken waagden zich niet in de buurt van de Rappohannock in verband met de kanonnen op de hoogtes aan de overzijde en bleven buiten bereik van de artillerie. Een situatie waar tijdens dit spel geen sprake van was.
Het mij toebedeelde korps is het Noordelijke vijfde, dat van Butterfield. Nu ken ik aardig wat persoonlijkheden uit de Amerikaanse Burgeroorlog, maar van Butterfield had ik nooit gehoord. Tijd dus voor een onderzoekje …
Butterfield
Daniel Butterfield was het zoontje van een New Yorkse zakenman en dat heeft ‘m zeker geholpen om in 2 weken tijd op te klimmen van sergeant naar kolonel. Als protegé van generaal Joseph Hooker, bracht hij het tot commandant van het vijfde corps. Hij was aanwezig bij verschillende grote veldslagen uit de Amerikaanse Burgeroorlog: Bull Run, Antietam, Fredericksburg en Chancellorsville. Toen na dit laatste debacle Hooker zijn bevelhebberschap over de Army of the Potomac moest neerleggen, hield Butterfield zich vooral bezig met het dwarsliggen van zijn nieuwe superieur George Meade, voordat hij zich na de Slag bij Gettysburg voegde bij zijn vriend Hooker in de Atlanta campagne. Door ziekte halverwege die campagne zat hij de oorlog uit met lichtere garnizoensdiensten.
Pikant is dat na de oorlog Butterfield in negatieve zin betrokken was bij de zogeheten Fisk-Gould Schandaal in 1869. Deze beide speculanten kochten grote hoeveelheden goud op om de prijs op te drijven. Dit in de wetenschap dat het voor de regering interessant zou zijn een deel van de goudvoorraad te verkopen, omdat tijdens de oorlog nogal wat dollarbiljetten ongedekt waren gedrukt. Butterfield werd slim gemanoeuvreerd naar de positie van assistent van de Minister van Financiën, zodat hij beide heren – tegen een deel van de poet – kon tippen zodra het goud verkocht zou worden, dus als de goudprijs op z’n hoogst is. Echter President Grant had Danny wel mooi door en liet het goud buiten hem om verkopen. De goudmarkt stortte in, ruïneerde velen en beschadigde de toch al door schandalen geplaagde president Grant, nota bene een succesvol generaal uit de Burgeroorlog. Oh ja en Butterfield is ook de componist van het bugel deuntje genaamd Taps.
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=Nhtr5J00ntA[/youtube]
Burnside en de Slag bij Fredericksburg
Na de verloren Slag bij Antietam verwelkomde de Army of the Potomac haar nieuwe bevelhebber: Armbrose Burnside. Zelf zei Burnside dat hij met zijn 38 jaren nog niet klaar was voor zo’n hoog commando, maar president Lincoln drukte hem op het hart meer agressie en initiatief te tonen om Richmond – hoofdstad van Virginia en de Confederacy – in te nemen.
Burnside en zijn 110.000 man sterke Army of the Potomac begon goed met een oostelijke flankbeweging, om bij het stadje Frederiksburg de Rappohannock-rivier over te steken. Echter de benodigde pontonbruggen arriveerden pas vele dagen later. En wanneer ze dan alsnog arriveerden waren de 70.000 manschappen van het Zuidelijke Army of Northern Virginia al lang en breed op de andere oever opgesteld. Dag kans!
Maar de druk van de publieke opinie en de president bleef en zo werd op 12 december 1862 Burnside’s tamelijk fantasieloze aanvalsplan uitgevoerd. Die was zo voorspelbaar dat zelfs de Zuidelijken al hadden ingezien waar de aanvallen zouden plaatsvinden. En reken maar, dat ze erop voorbereid waren.
Generaal Meade – de latere winnaar van de Slag bij Gettysburg – ging op de linkerflank door een moerassig gebied en had naar eigen zeggen kunnen winnen, ware het niet de flankdekking het liet afweten. Zijn tegenstander de Zuidelijke generaal Jackson had het allemaal voorzien en pakte eerst de eenheden op Meade’s flanken aan. Toen Meade met zijn divisie dan doorbrak werd hij van verschillende kanten aangepakt en moest alsnog terugtrekken.
Helemaal dramatisch was de aanval op de rechterflank. Burnside had het terrein daar toch echt beter moeten inspecteren. Het vlakke, open terrein ten westen van Fredericksburg werd namelijk doorsneden door een afvoerkanaal, een vertragende factor voor de eenheden die ze onder vijandelijk vuur moest oversteken. Éénmaal aan overkant ging een brigade meteen het gevecht in. Het leidde tot een zestiental niet erg krachtige aanvallen op Marye’s Heights, die alle werden afgeslagen. De Zuidelijken konden zich bovendien verschuilen achter een stenen muur, van waarachter ze hun geweren in staande positie veilig konden laden.
Een maand na de slag probeerde Burnside weer om de Zuidelijken heen te bewegen. Het weer was uitzonderlijk zacht voor de tijd van het jaar, maar dagenlange stortregens volgde toen de Army of the Potomac zich in beweging heeft gezet. De wintercampagne werd afgebroken en na deze zogeheten Mud March – de mannen gingen letterlijk kniediep door de modder – boodt hij zijn ontslag aan bij president Lincoln, die dat accepteerde. Vermeldenswaardig is nog, dat zijn typische snordracht naar hem is vernoemd. De lettergrepen werden omgedraaid tot … Sideburns.
Spelverloop
Het geeft altijd een bijzonder gevoel om na maandenlange arbeid met eigen figuren te kunnen spelen. Een generaal en 27 stands met elk 3 infanteristen en 2 stuks artillerie was dan ook mijn bescheiden inbreng. Het waren trouwens de enige Noordelijke figuren met de historisch correcte lange winterjassen in een typische lichtblauwe kleur. De anderen zullen het wel koud hebben gehad, al schijnt het op deze decemberdag tamelijk mild te zijn geweest.
Benodigde Stands bij Fredericksburg |
USA | CSA |
Infanterie | 208 | 148 |
Cavalerie | 14 | 14 |
Artillerie | 19 | 12 |
In ieder geval hadden ik met het Vijfde Corps van Butterfield en Bart die het corps van Hooker voor z’n rekening nam, de zwaarste taak, namelijk de desastreus verlopen stormloop vanuit het stadje Fredericksburg op Marye’s Heights en de stenen muur. Ik wilde 5 van de 15 beurten gebruiken om de zuidelijke linies te verzwakken met artilleriebeschietingen. Maar dat plan moesten we al snel laten varen, omdat de corpsen links van ons meteen vanaf beurt één met de aanval begonnen. We konden ze niet alleen laten gaan zonder flankdekking, dus begonnen we ook maar met de opmars. Ergens is er duidelijk niet goed gecommuniceerd! De aanval links verliep bijzonder bloedig en één van mijn collega’s had al snel geen bruikbare eenheden meer met nog een hele middag voor de boeg. Met lichte tegenzin zette ik me aan de opmars en toen we bijna bij het muurtje waren, begonnen de Zuidelijken zich – tot onze verbazing – terug te trekken. Daar waar het in het echt met verschillende stormlopen nog niet lukte. Dat was nog eens een meevaller! Gretig sprongen we eroverheen de heuvel op en een paar beurten later waren de totale Zuidelijke verliezen al zo hoog opgelopen dat opgeven gerechtvaardigd was. Waar het precies mis ging voor hen kan ik niet zeggen, omdat ik me hoofdzakelijk geconcentreerd heb op mijn eigen stukje front en daar had ik mijn handen al vol aan. Maar de te ver vurende artillerie zou wel eens een factor van betekenis zijn geweest, ten nadele van de Zuidelijken. Misschien moet het scenario wat dat betreft nog wat bijgeschaafd worden, maar het was beslist leuk.
Gods and Generals
Probeer in het bezit te komen van de film Gods and Generals (2003). Tsja, het is weer zo’n typisch Amerikaanse sentimentele film, dat min of meer het verhaal vertelt van de legendarische zuidelijke generaal Thomas ‘Stonewall’ Jackson. Tom Fool werd hij voor de oorlog door zijn studenten op de militaire academie genoemd, maar zijn excentrieke karakter wordt in de film niet tot uitdrukking gebracht. Drie veldslagen – die uitgebreid worden gefilmd – komen aan bod in Gods and Generals:
- Bull Run (21 Juli 1861): De eerste veldslag van de Burgeroorlog, waar Jackson zijn bijnaam Stonewall kreeg.
- Fredericksburg (13 December 1862): Hier was Jackson wel met zijn legerkorps aanwezig, maar hij speelde er niet de hoofdrol. Die was voor Longstreet als verdediger van Marye’s Heights.
- Chancellorsville (2 Mei 1863): Jackson’s briljant uitgevoerde flankaanval, waarmee het noordelijke Army of the Potomac bijna ineenstortte. Zelf was hij onvoorzichtig en kwam hij iets te dicht bij de frontlinie. Hij droeg een blauwe uniform, waardoor hij voor een Noordelijke officier werd aangezien. Neergeschoten door één van zijn eigen mensen stortte hij dodelijk getroffen ter aarde.
De Bull Run en Chancellorsville-scenes konden mij niet erg overtuigen, maar de Slag bij Fredericksburg is beslist subliem te noemen. Dat maakt in één klap de film een toch nog de moeite waard. Jammer is ook er in de film geen aandacht voor Jackson’s gedurfde campagne in de Shenandoah Valley, maar ja … je kunt niet alles hebben. Wie de Amerikaanse Burgeroorlog goed wil verfilmen zal zelfs aan 20 delen niet genoeg hebben. Maar van mij mag die er komen!
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=vcm8C3xpaRg[/youtube]
Conclusie
Nou het was eindje reizen, maar het was een ervaring die beslist de moeite waard was. Met 15 man rondom de speltafel, konden we spreken van een geslaagde dag. Op tafel stonden 356 infanteriestands en met 3 figuren per stand, kom je aan 1000+ figuren. Waar je in een tweespelerspel alle beslissingen zelf neemt, zul je hier moeten overleggen en je acties moeten coördineren. Ook kun je heerlijk intuïtief spelen, wat het realisme verhoogd. Een aspect dat bij wargames op een hexagonaal grid veel minder tot uitdrukking komt. Ik zou zeggen: “Zet ‘m op, Rob. Op naar de 100”! En als er dan weer een slag ter tafel komt, dan ben ik zeker weer van de partij!
Hoi Henri,
Een leuk en boeiend verslag. Ik hoop dat bij jullie’s spelclub F&F gespeeld gaat worden nav dit stukje, ze zijn natuurlijk ook wel eens welkom om eens bij ons te komen stpelen.
Groetjes,
Gerco