In 1994 kwam er een leuk klein kaartspelletje op de markt in Duitsland, genaamd 6 Nimmt! In dat spel zitten precies 104 kaarten, genummerd van 1 tot en met 104. Omdat iedere speler 10 kaarten krijgt, en er aan het begin van het spel een rijtje van vier kaarten op tafel komt te liggen, kun je het met zijn tienen spelen. Met zijn tienen spelen levert, vanwege de regels, een enigszins chaotisch spel op waarin alles voortdurend verandert, maar dat maakt het wel leuk. Ook met zijn tienen is het spel goed te spelen.
Het spel begint met het delen van tien kaarten aan elke speler. Daarna worden er vier kaarten in een kolom op tafel gelegd. De bedoeling van het spel is om al je kaarten aan de vier te vormen rijtjes aan te leggen, en daarbij zo min mogelijk strafpunten te incasseren. Elke kaart heeft minstens één strafpunt, maar sommige kaarten hebben er meer. De strafpunten staan op de kaarten weergegeven als koeienkoppen; elke koeienkop is een strafpunt. Het aantal strafpunten is overigens afhankelijk van de waarde van de kaart, en het is aangegeven met kleuren.
Tijdens elk van de tien beurten van een ronde moeten de spelers elk een van hun kaarten uitkiezen en deze dicht voor zich neerleggen. Als alle spelers hun kaart hebben gekozen worden ze allemaal omgedraaid, en vervolgens volgens de regels aangelegd aan de rijtjes. De laagste kaart eerst, en daarna in oplopende kaartwaarde. De kaarten moeten worden aangelegd aan een van de rijtjes volgens de regels (1) oplopende getallen, en (2) kleinste verschil. Een kaart mag (moet) worden aangelegd aan het rijtje waarvan de laatste kaart lager is dan de gespeelde kaart, en die de hoogste waarde heeft van alle kaarten die daaraan voldoen. Bijvoorbeeld: de laatste kaarten in de rijtjes zijn: 14, 25, 55 en 69. De speler die kaart 30 speelt moet die achter de kaart met de waarde 25 leggen.
Als een speler de zesde kaart van een rijtje neerlegt, moet hij de eerste vijf kaarten pakken en vormt zijn kaart de eerste kaart van het vernieuwde rijtje. De vijf kaarten worden door de speler als “buit” apart gelegd en aan het einde worden de strafpunten van deze kaarten geteld.
Als een speler een kaart uitspeelt die achter geen van de rijtjes past, omdat de waarde van deze kaart lager is dan de vier laatste kaarten, mag deze speler een willekeurig rijtje opruimen (ook weer als “buit”), en met zijn kaart een nieuw rijtje maken. Je snapt dat, bij tien spelers, er soms onverwachte dingen gebeuren, waardoor je dacht een veilige kaart te spelen maar toch een vet rijtje strafpunten moeet incasseren. Of omgekeerd… Officiëel speel je door tot een van de spelers een bepaald aantal strafpunten heeft gehaald… maar vaak laten spelers dat opschrijven achterwege.
Dit is een kaartspelletje wat eenvoudig uit te leggen is, kort duurt en ook leuk is. Het is nog steeds te koop. Het heeft twee prijzen in de wacht gesleept.
Gewonnen prijzen
- A la Carte (1994)
- Deutscher Spiele Preis (1994)